Vogelwaarnemingen Midden-Kennemerland, maart-mei 2025

                                                                                                                              Hans Schekkerman

Het weer in maart-mei

Maart was een maand met veel zon en nauwelijks neerslag. Alleen de laatste tien dagen waren wat wissel­valliger. Het droge en zonnige weer duurde voort in april, met winden vooral uit de noord- tot oost­hoek. Van een paar dagen met neerslag rond het midden van de maand profiteerde onze kuststreek nauwelijks. Ook mei werd gedomineerd door zon en droogte. De na vorig jaar nog hoge waterstand in het duin begon serieus te dalen. Net toen niet alleen lage kruiden maar ook veel struiken begonnen te verdorren kwam er na de 21e een omslag met regen en wind uit het (zuid)westen.

Zwemmers en duikers

De bijzonderste waterwildsoort was de adulte Dwerggans die op 2 mrt knap werd gevonden tussen Kolganzen in de Heemskerker Noordbroek. Een ongeringde vogel die dus wellicht niet afkomstig was uit de met uitzettingen ondersteunde Zweedse populatie, zoals de vogels die vaak bij Camperduin pleisteren. De volgende dag was de hele ganzengroep alweer verdwenen. In de eerste dagen van mrt werden ook de laatste Toendra­rietgans (2 mrt), Kleine Rietgans (9 mrt) en Wilde Zwaan (7 mrt) van het winterseizoen gemeld. Een Witbuik­rotgans vloog op 5 apr langs Castricum aan Zee.

Het overwinterende vrouwtje Witoogeend x Kuif­eend verbleef nog op het Doornvlak (NHD Bakkum) tot de 11e. Ongewoon voor onze regio was het lange verblijf van een mannetje Topper op Waterberging Noorderveld bij Heemskerk van 2 mrt t/m 6 apr. Een man Krooneend zwom op 5 mrt op het Doornvlak en de dag erna op het Hoefijzermeer, en op 8 mrt zat een paartje bij het fort aan de St. Aagtendijk, Beverwijk. Casarca’s werden gemeld op 18 mrt langs Castricum aan Zee (5Z) en op 23 apr (2N) en 31 mei (1O) over de Duivelshoek, NHD Heemskerk. De trek van zwemeenden over zee in mrt-apr leverde dit voorjaar niet meer dan 18 Zomertalingen op, maar deze soort was nauwelijks te missen door langdurig verblijvende vogels in de Castri­cummer­polder, de Heemskerker Noordbroek en op de Wei van Brasser en het Doornvlak in NHD Bakkum. De enige IJseend van deze periode vloog naar N over zee ter hoogte van Egmond-Binnen op 12 apr. De aantallen trekkende Parelduikers waren niet groot: 11 exx, waaronder een late op 21 mei langs ‘Egmond-Binnen aan Zee’. De enige melding van Geoorde Futen buiten de duinplassen (waar er maximaal 26 zaten op 25 apr) was van 5 exx bij de Noordpier van IJmuiden op 1 mrt. Op 12 apr vlogen 2 Roodhalsfuten langs Egmond.

Langbenen: reigers tot flamingo

Hoempende Roerdompen werden gehoord langs het Uitgeestermeer bij de Dorregeesterpolder en in het Infiltratiegebied (max. 2), waarbij zoals meestal  de roepactiviteit op die tweede plek een stuk later begon (3 mei vs. 1 apr). Daarnaast waren er waarnemingen bij De Krim, NHD Bakkum (9 apr, ovv), op de Kennemer IJsbaan (24 apr) en bij de St. Aagtendijk (25 apr). Twee Koereigers werden op 13 mei gemeld langs de N203 bij Castricum en één zat op 16 mei bij het Krengenbos. Misschien wel steeds dezelfde Kleine Zilver­reiger werd tussen 16 en 22 mrt geregeld gezien tussen Castricum, Heemskerk en Dorregeest, en tussen 4 en 27 apr in de Heemskerker Noord­broek en bij het Krengenbos. Op 10 mei vloog er een langs Castricum aan Zee en op 14-15 mei bivakkeerde er een op de Kennemer IJsbaan. Over het duingebied trekkende Purperreigers werden gezien op 12 apr en 2 en 14 mei. Er waren ca. 50 waarnemingen van Ooievaar in deze periode, met als grootste groep 6 over Limmen op 19 apr. Een Zwarte Ooievaar vloog op 27 apr ’s morgens vroeg naar Z over Soeckebacker, NHD Egmond (na lokaal te hebben overnacht?) en later NO over NHD Bakkum en Egmond-Binnen.

Bijzonder, want de eerste in de regio sinds 1982, waren drie Flamingo’s die op 21 mei langs de kust naar N vlogen, aangekondigd vanuit Zuid-Kennemerland. Ter hoogte van het Vogelduin staken ze het land in tot boven Castricum, maar vervolgden kennelijk toch hun weg naar N; ’s middags pleisterden ze in het Zwanen­water. Eén van de vogels droeg een (niet af te lezen) blauwe kleurring die zou kunnen wijzen op een herkomst uit de gemengde kolonie in het Zwillbrocker Venn, maar ook uit Noord-Italië.

Schaarse hoenders

Alle 8 waarnemingen van Patrijs kwamen uit de omgeving Beverwijk. Er kwam dit voorjaar dus geen melding uit het bollengebied bij Egmond; zouden ze daar nu echt verdwenen zijn? Roepende Kwartels werden gehoord in de (ruime) omgeving van de vinkenbaan op 5 dagen tussen 27 apr en 11 mei.

Welja, een apart kopje ‘arenden’

Tussen 3 apr en 22 mei werden 15 Visarenden gezien, de meeste door­trekkend maar een enkele ook vissend (Infiltratiegebied, 12 mei). Tussen 15 mrt en 13 apr was het Zeearend-maand in de regio, met maar liefst 15 overvliegende vogels verdeeld over 8 dagen. Meestal ging het om enke­lingen maar op 17 mrt om 2 bij elkaar en op de 23e zelfs om 5 exx (4+1)! Sinds er een groeiende Nederlandse broedpopulatie is zien we ook in Midden-Kennemer­land een toename maar dit jaar is de sprong wel heel groot, met al 19 vogels in de eerste vijf maanden (fig.1A). Daarbij ontwikkelt zich ook een opvallend seizoens­patroon, met een duidelijke piek in mrt-apr die voorheen niet zichtbaar was (fig. 1B). Kennelijk gaan veel (onvolwassen) Zeearenden in deze tijd aan de zwerf.

Figuur 1. A: aantal waargenomen Zeearenden in Midden-Kennemerland per jaar (seizoenen van juli t/m juni, aangegeven met startjaar); B: aantal per maand in drie tijdvakken.

Dè zeldzaamheid van deze verslagperiode (want pas de 10e waarneming in Nederland) was de eerstejaars Havikarend die in de avond van 8 april werd ontdekt vanaf het uitkijkduin bij De Bleek (NHD Egmond). Hij bleek een overnachtingsplek uit te zoeken in het bosgebied van NHD Bakkum. De volgende morgen zagen meer dan 100 toegestroomde vogelaars van een afstand hoe hij tegen tienen hoog opschroefde uit het bos en snel naar Z wegzeilde op de noordenwind. Hierna werd hij nergens in Nederland meer teruggezien. Toeval of niet, maar de slaapplek van deze vogel lag vermoedelijk minder dan een kilometer verwijderd van die van het enige eerdere exemplaar in onze regio, op 23-24 apr 2020.

Andere roofvogels

Ook heel speciaal (want pas de tweede in onze regio) was de Grijze Wouw die op 27 mrt door het Infiltratiegebied naar N vloog.  Helaas werd hij nergens anders opgepikt. Voor Rode Wouw was het een tamelijk goed voorjaar, met 13 exx tussen 9 mrt en 12 apr en nog twee nakomers op 27 apr en 13 mei. Zwarte Wouwen trokken door het duingebied op 12 en 27 apr (3 exx) en 13 en 31 mei. Onvolwassen Grauwe Kiekendieven werden gezien op 10 mei (doortrekkend, Soeckebacker) en pleisterend in het buitenduin van NHD Heemskerk op 13-16 mei. Van Blauwe Kiekendief waren er 110 meldingen, de laatste op 1 mei. Tussen 20 mrt en 12 mei werden 18 meest doortrek­kende Smellekens gezien. Op 13 apr werd een vroege (2kj man) Rood­pootvalk gemeld op het Doornvlak; een kleine influx in Nederland begin mei bracht exemplaren op het Melkvlak op 13 mei en in Reservaat-West, NHD Heemskerk, op 15 mei.

Steltlopers op zoek naar slik

Door een hoge waterstand waren de duin- en polderplasjes alleen aantrek­kelijk voor steltlopers met lange poten. Zoals de Stelt­kluten die opdoken in de Groote Ven (Castricum­mer­polder) op 4 apr en 10 mei, op de inundatie ’13 ha’ bij Heemskerk op 2 mei (2 exx) en in het Noorddorpervlak (NHD Heemskerk) op 2 mei. Al deze vogels verdwenen ook weer snel, soms binnen enkele uren. De zeetrektellers zagen geregeld leuke steltlopers voorbij komen, onder meer op 5 mei toen ruim 2000 Kanoeten een nieuw telpost­record vestigden. Op 6 en 19 apr passeerden elk twee Strandplevieren. Een vroege Kleine Strand­loper vloog langs Castricum aan Zee op 4 april, gevolgd door een op 7 mei en een pleisteraar in de Castricum­merpolder op 12 mei. Temminck’s Strand­lopers zaten in de Wei van Brasser op 4 mei en in De Groote Ven op 6-8 mei (3-4 exx); op 11 mei vloog er een langs Castricum aan Zee. Over zee trekkende Krombek­strandlopers werden gezien op 5 (3 exx) en 11 mei, pleisteraars op 30 apr in de Wei van Brasser en op 13-15 mei in de waterberging bij Heemskerk (3 exx). Op die plek werden ook de meeste IJslandse Grutto’s gezien, met een maximum van 250 op 29 mrt. Er werden ongeveer 20 Zwarte Ruiters en een kleine 30 Bosruiters waarge­nomen.

Meeuwen en sterns

Over zee werden 6 Kleine Jagers opgemerkt tussen 11 apr en 22 mei. Zeetrek­tellen leverde ook 35 Zwartkopmeeuwen op; daarnaast werden er een stuk of 20 elders gezien, in het duin en in de polders. Langs de kust en in het Infiltratie­gebied werden zo’n 18 Geelpootmeeuwen herkend. De overwinterende adulte Grote Burgemeester vertrok uit de haven van Beverwijk na 23 mrt. Op 5 mei vlogen 2 Lachsterns naar N langs het strand bij Egmond-Binnen, en op 10 mei 2 langs Castricum aan Zee. Dezelfde telling (10 mei) leverde ook 2 mooie Witvleugelsterns op. Op deze en drie andere ochtenden tussen 30 apr en 13 mei passeerden ook tussen 33 en 54 Zwarte Sterns.

De gevarieerde pagina’s in het midden van de vogelgids

De enige Zomertortel van dit voorjaar foerageerde bij de nieuwe rotonde in het centrum van Limmen op 11 mei. Deze soort is inmiddels zeldzamer geworden dan bijvoorbeeld Hop en Bijeneter! Van die eerste doken er maar liefst vier op: op 4 apr in het Infiltratiegebied, 8 april in het Ronde Vlak (NHD Heemskerk), 12 apr in Bakkum-Noord en 10 mei vliegend over het Doornvlak. Op 28 mei vloog een Bijeneter over De Kaag, NHD Heemskerk, en op de 30e werden er 2 gezien bij de Bleek en in Reservaat-West. De enige Velduil van deze periode werd op 22 mrt gefotografeerd in De Buitenlanden (Wijkermeer­). Een Draaihals bezocht op 16 apr een tuin in Bakkum-Noord. Een tweede exem­plaar ‘zong’ op 9 en 10 mei op het Vlakkeveld en dezelfde of een andere vanaf 13 mei tot het eind van de maand onvermoeibaar op het Melkvlak, NHD Bakkum. Op 26 mei werd kort een zingende Nachtzwaluw gehoord op het Zwarte Vlak, NHD Bakkum.

Zangvogels

Op 11 mrt trok een Strandleeuwerik over de zeereep bij Egmond. Op 20 mrt zat een Grote Pieper kort aan de grond nabij de vinkenbaan en op 10 mei trok een roepende Roodkeelpieper naar N over Soeckebacker. Het bekende en inmiddels oude mannetje Engelse Gele Kwikstaart keerde op 11 apr voor het zesde jaar terug op zijn plek in de Heemskerker Noordbroek. Elders werden er slechts ca. 5 gezien. Op 18 mei werd een overtrekkende Noordse Gele Kwik­staart herkend over de Ronde Berg, NHD Egmond. Vermoedelijk passeren er rond die tijd jaarlijks meer trekkers maar ze komen zelden aan de grond. In maart en april werden ongeveer 55 Rouwkwikstaarten waar­ge­nomen, de laatste op 4 mei. Tussen 19 apr en 14 mei werden 11 Paapjes gezien in het duingebied. Waarnemingen van Beflijster tellen op tot 91 exx, bijna alle tussen 3 apr en 6 mei (m.u.v. vogels op 22 apr en 20 mei). Na een vroege ring­vangst op 28 mrt zongen er vanaf 1 apr Snorren bij de Dorre­geester­polder (max. 2), in het Infiltratiegebied  (2-4 apr en 30 apr), bij het Zeerijdts­dijkje, Bakkum-Noord (1 mei) en bij de Heemskerkse Golfclub (12 mei). Wellicht mede vanwege de oostelijke winden doken er flink wat Fluiters op in de duin­bossen: er werd op 24 verschillende plekken gezongen. Zoals gewoon­lijk waren sommige man­netjes na een dag alweer weg en probeerden andere wekenlang vergeefs een vrouw aan te trekken, maar er waren ook minstens twee broedgevallen die nestjongen opleverden. Onverdroten onsuccesvol was de Iberische Tjiftjaf die van 11 apr t/m 11 mei zong in Klein Berkenbosch, NHD Heemskerk. Het was de derde waarneming in onze regio, na zangers in NHD Castricum in mei 2004 en NHD Egmond in juni 2006.

Slechts twee Bonte Vliegenvangers werden dit voorjaar gemeld, in NHD Bakkum op 15 en 22 apr. Wielewaal deed het wat beter met 11 exx tussen 11 en 30 mei, maar ook dit jaar geen blijvers. Een Klapekster werd gemeld in Vogelduin-Noord (NHD Bakkum) op 19 maart, en op 30 apr werd een kort­stondig aanwezige Roodkopklauwier gefoto­grafeerd in het buitenduin van NHD Heemskerk. Vanaf 30 apr bezetten (voor zover nu bekend; meldingen op wrn.nl staan onder embargo) 3 mannetjes Grauwe Klauwier potentiële broedlocaties in NHD-terreinen Heemskerk en Bakkum. Zoals bijna elk jaar trokken in mrt en apr af en toe  Roeken over het buitenduin; dit jaar 13 in totaal. Er werden tot 12 mei ook weer geregeld, zij het niet dagelijks, 1-2 Raven gezien op verschillende plekken tussen Heemskerk en Egmond. Een Europese Kanarie vloog op 1 apr over De Westert, NHD Egmond. Er kwamen slechts drie waarnemingen van Barmsijs en zelfs geen enkele van Kruisbek. Een Geelgors werd op 27 mrt gefoto­grafeerd in de Limmerkoog bij Uitgeest. Sneeuwgorzen werden nog gezien langs strand en zeereep op 9 en 29 mrt, waar op 11 mrt ook een overvliegende IJsgors werd gemeld.